
Het jaar is 286 na Christus. Het Romeinse Rijk, dat ooit zo uitgestrekt en machtig was, begint te kraken onder de druk van interne twisten en externe dreigingen. In het verre Brittannië rijst een man op die een golf van onrust zal veroorzaken: Carausius.
Carausius was geen onbekende figuur in de Romeinse wereld. Hij begon als een simpele soldaat, maar klom dankzij zijn militaire talent en tactische genialiteit snel op de rangsladder. Hij werd zelfs benoemd tot commandant van de Romeinse vloot die de Britse kust moest beschermen tegen invallen van de Picten en andere barbarische stammen.
Maar toen kwam de twist. De keizer Maximianus, die het Rijk samen met Diocletianus regeerde, had Carausius beloofd een promotie als dank voor zijn diensten. Deze belofte werd echter niet nagekomen, wat leidde tot diep wantrouwen bij Carausius. Hij voelde zich bedrogen en miskend door Rome, en de woede over deze onrechtvaardigheid groeide in hem.
Carausius zag zijn kans toen de plunderingen van de Picten steeds heviger werden. De Romeinse legioenen stonden machteloos tegen de agressieve aanvallen van deze Noord-Britse stammen. Carausius greep de situatie aan en verklaarde zich onafhankelijk van Rome. Hij benoemde zichzelf tot keizer van Britannia en begon met het organiseren van een eigen leger, gevormd uit zowel trouw gebleven Romeinse soldaten als Britse krijgers die zich bij zijn zaak aansloten.
De opstand van Carausius was een grote schok voor Rome. Het leek onvoorstelbaar dat een simpel vlootcommandant zomaar de controle over een belangrijke provincie kon overnemen. Maximianus stuurde legers om Carausius te verslaan, maar deze campagnes liepen keer op keer mis.
Carausius wist zijn vijanden steeds een stap voor te blijven. Hij had zich gevestigd in Londinium (het huidige Londen), een strategisch belangrijke stad met een goed uitgeruste haven. Vandaaruit voerde hij succesvolle aanvallen op Romeinse bezittingen en versterkte zijn greep op Britannia.
De opstand van Carausius had grote gevolgen voor het verdere verloop van de Romeinse geschiedenis.
-
Verzwakking van Rome: De opstand kostte Rome veel geld, tijd en moeite. De aandacht van de keizers was afgeleid van andere problemen in het Rijk, waardoor deze zich verder fragmenteerden.
-
Ontwikkeling van een eigen Britse identiteit: Carausius’ regime bevorderde de ontwikkeling van een lokale Britse identiteit, los van Romeinse controle.
De opstand duurde tot 293 na Christus. Albinus, een generaal die door Constantijn I was gestuurd, versloeg Carausius en maakte een einde aan zijn keizerrijk.
De dood van Carausius betekende het einde van zijn Britse droom. Maar zijn opstand had de bodem gelegd voor een nieuw tijdperk in Britannia. Het Romeinse gezag zou nooit meer zo sterk zijn als voorheen. De Britten waren nu zelfbewuster geworden en begonnen zich te emanciperen van de controle van Rome.
De opstand van Carausius blijft een fascinerend hoofdstuk uit de geschiedenis van Britannia. Het toont hoe een enkel individu, gedreven door onrechtvaardigheid en ambitie, een hele regio in beroering kan brengen.